150 jarig bestaan van “AROS”.
Door Jan Otten, bestuurslid NVVB
Op 20 mei vierde de Schotse vereniging van ambtenaren van de burgerlijke stand van Schotland, “AROS” in Edinburgh het 150 jarig bestaan. AROS staat voor “Association of Registrars of Scotland”. De vereniging die de oudste vereniging van ambtenaren van de burgerlijke stand is in Europa en waarschijnlijk ook in de wereld, werd in 1855 opgericht. Deze oprichting vond plaats 10 jaar nadat in Schotland de burgerlijke stand werd ingevoerd. Dit is heel bijzonder te noemen, zeker in vergelijk met de oprichting van andere soortgelijke verenigingen in Europa die door de bank genomen in het interbellum of na de tweede wereldoorlog zijn opgericht. De vereniging is sinds 2004 lid van de Europese vereniging voor ambtenaren van de burgerlijke stand, de EVS.
Steve Heylen, voorzitter van de Vlavabbs, de Belgische zustervereniging van de NVVB en ik waren uitgenodigd om tijdens de viering een inleiding te verzorgen over de Europese vereniging EVS, het Europese recht en de Europese handelwijzen. Tevens werd er door ons aandacht besteed aan de recente rechtsontwikkelingen binnen België en Nederland en de onderlinge vergelijkingen. Het geheel was een mix van recht, geschiedenis en persoonlijke ervaringen.
Enkele zaken tijdens viering vielen bijzonder op. Waren in Schotland in het recente verleden nog veel mannen ambtenaar van de burgerlijke stand, nu wordt deze professie door plus minus 97 % vrouwen uitgevoerd. De viering die werd gehouden in een bijzonder stijlvol gebouw genaamd de City-Chambers, werd gecombineerd met bestuursverkiezingen. De bestuursleden droegen daarbij specifieke medailles terwijl de voorzitter was voorzien van een grote zilveren ketting met plakkaat. Alle bestuursleden, waaronder ook de voorzitter, werden verkozen door middel van gesloten schriftelijke stemming door alle aanwezigen, waarbij de uitslag tevens werd opengesteld voor commentaar. De democratie is in Schotland ver doorgevoerd, maar waarschijnlijk is dit ook de reden waarom die vereniging al zo lang bestaat. De middag van de viering werd gevuld door een panel van mannen onder leiding van de Registrar General die tevens landsarchivaris is. Deze heren die het ministerie vertegenwoordigden, beantwoordden vragen met betrekking tot uitvoeringsvraagstukken en de wijze waarop dit elektronisch dient plaats te vinden. Naderhand heeft de Registrar General ons nog over bijzonder interessante zaken kunnen informeren.
De viering stond geheel in het licht van de Schotse traditie, met een bijzondere en professioneel ingerichte tentoonstelling in een ruimte die sinds het ontstaan van de burgerlijke stand in Schotland was ingericht voor de burgerlijke stand-registers en bekend staan als “the Dome”. Dit prachtige gebouw heeft in centrum een bijzonder hoge koepel. Deze enorme centrale ronde ruimte herbergt “van de voet tot de nok” opgeslagen in open etages, alle historische burgerlijke stand registraties die in Schotland zijn vastgelegd (hierbij zij opgemerkt dat de volledige burgerlijke stand en alle parochieregisters uit de periode van vóór de overheidsregistraties zijn gedigitaliseerd). Hier werd ook de receptie gehouden waarbij tegelijkertijd de tentoonstelling werd bezocht. Daarbij viel Steve meteen op dat er een origineel lidmaatschapsbewijs van AROS was te zien van een (in Duitsland gevestigde) internationale vereniging van ambtenaren van de burgerlijke stand uit 1930! Mij viel een negentiende eeuws affiche op waarop staat te lezen dat op aangifte bij de burgerlijke stand van een geboorte, een huwelijk of een overlijden geen boete staat, maar ook geen bonus kan worden verkregen.
Steve en ik hebben de dag na de viering op speciale uitnodiging van de Lothian Registrar te Edinburgh, mevrouw Alison Reynolds, de werkzaamheden op haar bureau mogen bijwonen. Wij kregen daar een uitvoerige uitleg over de wijze hoe de Schotse burgerlijke stand digitaal registreert. Opvallend was de inrichting van dit wederom stijlvolle historische (paleis) waar de ambtenaren van de burgerlijke stand de burgers aan bureaus ontvangen, die staan opgesteld in ruime, uitnodigende kamers. Een afspraaksysteem kennen ze er niet en ik miste de onpersoonlijke, afstand creërende en agressie beperkende balies die mij zo bekend voorkomen, al meteen. Burgers werden voorkomend en beleefd ontvangen. Ik kreeg het gevoel dat burgers hier nog echt welkom zijn. Het begrip “Hostmanship” zal waarschijnlijk hier zijn uitgevonden.
Als uitsmijter mochten wij een huwelijk van twee jonge dames bijwonen. Het huwelijk is in Schotland namelijk ook sinds dit jaar opengesteld voor personen van gelijk geslacht. De ceremonie was een bijzondere ervaring, door de wijze waarop het werd voltrokken, de sfeer die het jonge stel opriep en last but not least, door de aanwezige mannen in hun onberispelijke kilts gemaakt van specifieke tartan. Overigens blijkt Edinburgh zo bekend te zijn als stad waar je getrouwd móét zijn, dat er een waar trouwtourisme uit de hele wereld is ontstaan.
De contacten met de Schotse collega’s zijn bijzonder hartelijk en warm. Zij spreken de taal van de ambtenaar van de burgerlijke stand, staan open voor nieuwe ideeën en zijn in voor opbouwende kritiek. Het geheel oogt wat ouderwets, maar dat is uiterlijke schijn, zij denken wel degelijk vooruit. Over de aanpak en benadering van specifiek problemen kunnen wij nog heel wat van hun leren. Mogelijk heeft dit te maken met de tolerante aard en de beleefdheid die zij van huis uit bezitten en de liberale wijze waarop Schotten tegen de “burger” aankijken. Het is een volk dat verandert wanneer dat nodig is, maar het goede behoudt.
Reageren? Stuur een mail naar nvvb@nvvb.nl.