WBN's

Wijzigingsbesluiten van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 (WBN)


De WBN staat bij meerdere kennisbanken gepubliceerd. Hieronder vind je een overzicht. De kennisbanken zijn alleen te raadplegen met een acount. 

Indien je geen toegang hebt tot een van deze kennisbanken, kun je de WBN raadplegen via de Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden.

2022/4

Dit WBN is een verzamel WBN en treedt op 1 oktober 2022 in werking. De wijzigingen over het inburgeringsexamen treden op 1 juli 2022 inwerking (=feitelijk geen wijziging).
Het bevat de volgende wijzigingen:

  • De namen van de registers bij de politie zijn aangepast. Voorheen moest een vraag gesteld worden aan het opsporingsregister en de herkenningsdienst (HKD, NSIS, OPS) en nu aan de Basisvoorziening Informatie – Integrale Bevraging (BVI-IB) van de Nationale Politie.
  • Het openbare orde beleid is verduidelijkt als er sprake is van een openstaande strafzaak. Als een openstaande strafzaak blijkt uit de BVI-IB, dan is nader onderzoek nodig om te beoordelen of de aanvrager vervolgd zal worden. Als de zaak op de JDD staat, dan is vervolging zeker.
  • De toelichting op artikel 8, lid 1, onder d is aangepast doordat het Besluit Naturalisatietoets en Aanpassingsbesluit zijn gepubliceerd in het Staatsblad van 18 maart 2022. In feite veranderd er niets. De Wet Inburgering 2013 blijft gelden voor naturalisatie en niet de Wet Inburgering 2021.
  • De toelichting bij artikel 15, lid 1, onder d is aangevuld. Dit artikel regelt de intrekking van het Nederlanderschap als een genaturaliseerde Nederlander geen afstand heeft gedaan/doet van zijn oorspronkelijke nationaliteit. Beschreven is aan welke voorwaarden de afstandsverklaring moet voldoen. In bepaalde gevallen kan het intrekkingsbesluit worden ingetrokken, o.a. als na het besluit alsnog afstand is gedaan of blijkt dat geen afstand kan worden gedaan. Een Nederlander kan na het naturalisatieKB ook in bepaalde gevallen alsnog ontheven worden van de afstandsplicht.
    Er staat ook een juridische onjuistheid in het WBN: gesteld wordt, dat als blijkt dat de persoon voor de datum van het intrekkingsbesluit al afstand heeft gedaan, het intrekkingsbesluit geen rechtsgevolg zou hebben. Een besluit heeft altijd rechtsgevolg, totdat het wordt ingetrokken. In een dergelijk geval zal het besluit eerst moeten worden ingetrokken voordat het niet meer geldig is. De IND is hier op gewezen, maar blijft van mening dat het besluit geen rechtsgevolg heeft.
  • Model 1.51 is aangepast (optieverklaring artikel 6, lid, onder p) en twee modellen zijn toegevoegd: 1.56 en 1.57 voor de zienswijze van de andere ouder/wettelijk vertegenwoordig van het herkrijgen van de Nederlandse nationaliteit voor het minderjarige kind.

2022/3

Dit WBN bevat de nieuwe landenlijst. Deze landenlijst treedt op 1 september 2022 in werking.

De informatie bij 13 landen is gewijzigd:

  • Estland: Na het verkrijgen van een andere nationaliteit is er geen automatisch verlies, maar er moet na het verkrijgen van een andere nationaliteit ontheffing gevraagd worden (was A-land, wordt B-land)
  • Guinee: Door een wijziging van de wet is er geen automatisch verlies meer, maar moet afstand worden gedaan (was A-land, wordt B-land)
  • Guinee Bissau: Bij het verkrijgen van een andere nationaliteit is er geen automatisch verlies meer, maar moet afstand worden gedaan (was A-land, wordt B-land)
  • Honduras: Tot Hondurees genaturaliseerden personen verliezen automatisch de Hondurese nationaliteit. De landenlijst stelt dat voor hen Honduras een C-land is, dat lijkt niet juist. Het moet juist een A-land zijn. Een Hondurees door geboorte is een C-land.
  • Kazachstan: Er blijkt automatisch verlies te zijn bij het verkrijgen van een andere nationaliteit, en Kazachstan is daarom een A-land
  • Lesotho: Het hebben van een dubbele nationaliteit is toegestaan (was A-land, wordt B-land)
  • Libanon: Er hoeft niet van te voren om toestemming gevraagd te worden om afstand te doen. Er kan afstand gedaan worden.
  • Malawi: Een dubbele nationaliteit is toegestaan. Er kan afstand worden gedaan (was A-land, wordt B-land).
  • Mali: Er kan nu afstand worden gedaan als een andere nationaliteit wordt verkregen (was C-land, wordt B-land).
  • Niger: Bij het verkrijgen van een andere nationaliteit is er geen automatisch verlies meer, maar er is niet gebleken dat er afstand kan worden gedaan (was A-land, wordt C-land).
  • Solomoneilanden: Het hebben van een dubbele nationaliteit is toegestaan. Bij het verkrijgen va neen andere nationaliteit is er geen automatisch verlies meer, er kan afstand worden gedaan (was A-land, wordt B-land).
  • Vanuatu: Een dubbele nationaliteit is toegestaan en er is geen automatisch verlies meer (was A-land, wordt B-land).
  • Zambia: Er is geen automatisch verlies meer bij het verkrijgen van een andere nationaliteit. Wel kan er afstand worden gedaan (was A-land, wordt B-land).
  • De modellen 1.14-1a en 2.4 zijn gewijzigd.

2022/2

Dit WBN is een verzamel WBN en treedt op 1 juli 2022 in werking. Het bevat de volgende wijzigingen:

  •  De mogelijkheid om te opteren op grond van artikel 6, lid 1, onder k t/m o is uitgebreid. Opteren kan als de ouder Nederlander is geworden door optie op grond van 6, lid 1, onder i of j, is overleden, maar voldeed aan de voorwaarden van 6, lid 1, onder i of j of door naturalisatie Nederlander is geworden en voldoet aan de voorwaarden van 6, lid 1, onder i of j. Het WBN stelt dat wet te beperkt werd uitgelegd in de HRWN. Hoewel dit niet juist is en de HRWN nog geen goede grondslag hiervoor biedt, is duidelijk dat wenselijk is dat de wettelijke bepaling ruimer wordt uitgelegd.
    Een optant van 6, lid 1 onder k t/m o moet daarom overleggen en kan dan opteren:
     
    • Bewijs van de bevestigde optie van de ouder o.g.v. 6-1, i of j of
    • Bewijs van naturalisatie en bewijs dat de ouder voldoet aan de voorwaarden 6-1, i of j of
    • Overlijdensakte ouder (tenzij overlijden blijkt uit PK/BRP)  en bewijzen dat ouder voldeed aan de voorwaarden 6-1, i of j.
  • De modellen 1.40 - 1.49 voor de optie op grond van artikel 6, lid 1, onder k t/m o zijn aangepast (alleen nog niet op de juiste wijze)
  • Het openbare orde beleid is aangepast: als een taakstraf is opgelegd in plaats van een geldboete van minder dan € 810,-, vanwege betalingsonmacht van de vreemdeling, dan wordt de taakstraf niet tegengeworpen. De vreemdeling moet dit zelf bewijzen. Aan de IND is aangegeven dat om deze reden minderjarigen altijd een taakstraf krijgen en dat het om die reden logisch zou zijn om een ondergrens te stellen aan de taakstraf. De IND is hierin helaas niet meegegaan. Deze wijziging kan dus alleen spelen bij vreemdelingen die meerderjarig waren op het moment van de veroordeling.
  • Artikel 14, lid 4 RWN is gewijzigd: 16 jaar is 18 jaar geworden. Bovendien is de geldigheid van artikel 14, lid 4 en hoofdstuk 7A RWN verlengd naar 10 jaar
  • In de HRWN zijn een paar aanpassingen gedaan, die waren vergeten, en is een verduidelijking aangebracht.
  • Het WBN is niet gearceerd als het wijzigingen van de HRWN/modellen voor het buitenland betreft.

2022/1

Dit WBN gaat over de wijziging van de RWN per 1 april 2022 en treedt per 1 april 2022 in werking. Het betreft de volgende wijzigingen:

  • Er is een optiemogelijkheid toegevoegd, artikel 6, lid 1, onder p RWN, als oplossing voor het Tjebbes arrest. Oud-Nederlanders, die de Nederlandse nationaliteit van rechtswege hebben verloren en daardoor ook het Unieburgerschap, kunnen opteren als voorzienbaar was dat het verlies van het Unieburgerschap onevenredige gevolgen heeft uit het oogpunt van het Unierecht. Deze optiemogelijkheid staat open voor oud-Nederlanders, die na 1 november 1993 de Nederlandse nationaliteit zijn verloren en geen andere EU-nationaliteit hebben.
    Vanaf 1 april 2022 kan er alleen nog geopteerd worden door oud-Nederlanders. Er kan geen advies meer gevraagd worden bij een paspoortaanvraag, zoals dat tot nu toe het geval was.
  • Er zijn 4 nieuwe modellen voor deze optieverklaring:
    • Model 1.51: de nieuwe optieverklaring
    • Model 1.52: de adviesaanvraag aan de IND
    • Model 1.53: het advies van de IND aan de gemeente en
    • Model 1.54: de bevestiging van de optie (apart model omdat de bevestiging terugwerkende kracht heeft tot datum verlies)
  • De verliestermijn van artikel 15, lid 1, onder c RWN wordt 13 jaar (was 10 jaar). Er is geen overgangsrecht. De nieuwe verlies termijn van 13 jaar geldt alleen voor personen waarvoor de verliestermijn is gestart ná 31 maart 2012.

Een uitleg van de wetswijziging en de gevolgen staan in deze bijlage. Let op! Deze bijlage zal geactualiseerd worden als er duidelijkheid is over de openstaande vragen.

 

2021/9

Dit WBN is deels op 1 januari 2022 in werking getreden, maar treedt voor het grootste deel op 1 april 2022 in werking. Het WBN bevat o.a. de volgende wijzigingen:

  • In de toelichting op artikel 6, lid 1, onder f RWN is toegevoegd dat de 1 jaar toelating en hoofdverblijf als vreemdeling, oud-Nederlander, moet zijn doorlopen. Dit betekent dat de optieverklaring pas bevestigd kan worden als de optant tenminste 1 jaar als vreemdeling toelating en hoofdverblijf heeft gehad. In praktijk blijkt dat mensen, die genaturaliseerd zijn, afstand doen van de Nederlandse nationaliteit, en dan opteren als oud-Nederlander om de afstandseis te ontlopen. Ze zijn van mening dat de optieverklaring meteen bevestigd zou kunnen worden. Dit is dus niet het geval.
  • Bij optie en naturalisatie moeten documenten worden overgelegd voor het aantonen van de nationaliteit en identiteit. Asielgerechtigden en bepaalde groepen zijn hiervan vrijgesteld. Ook als er sprake is van bewijsnood is een vreemdeling vrijgesteld. Als echter uit bepaalde feiten blijkt dat de vreemdeling toch contact heeft gehad met de eigen autoriteiten of in het land is geweest, dan vervalt in beginsel de vrijstelling. De omstandigheden die hiertoe aanleiding kunnen geven zijn opgenomen in de HRWN.
  • In verband met de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen werd er vanuit gegaan dat pas aan de beslistermijn bij optie en naturalisatie is voldaan als het besluit binnen de beslistermijn op de ceremonie is uitgereikt. Door een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (ongepubliceerd) is nu de conclusie dat er is beslist als de optant de uitnodiging voor de ceremonie of de weigering heeft ontvangen of de verzoeker tot naturalisatie van de IND bericht heeft ontvangen dat het KB is ondertekend. De HRWN is hierop aangepast.
  • Het schema over de mogelijkheid van het voorkomen van polygamie in een bepaald land is geactualiseerd. Togo is als land toegevoegd.
    Let op! Het gewijzigde schema geldt al sinds 1 januari 2022.
    Let op! het schema is alleen nog opgenomen bij artikel 6, lid 4 RWN. Het schema is als bijlage 8 verwijderd bij de toelichting op artikel 8, lid 1, onder d RWN. Het oude en niet meer geldende schema blijkt echter nog steeds in de digitale versies van de handleiding RWN te staan.
  • Per 1 januari 2022 is een nieuwe Inburgeringswet in werking getreden waarbij het taalniveau is verhoogd van A2 naar B1. Dit zou ook voor naturalisatie gaan gelden, waarbij ook de meeste (gedeeltelijke) vrijstellingen en ontheffingen zouden vervallen. Op het laatste moment is besloten dat voor naturalisatie de verhoging van het taalniveau en het vervallen de (gedeeltelijke) vrijstellingen en ontheffingen nog niet gaat gelden. Voor 2022 blijven de oude regelingen gelden. Dit is verwerkt in de Handleiding RWN. Deze wijziging geldt al sinds 1 januari 2022.
  • De vrijstelling van de afstandseis bij optie voor RANOV-ers (artikel 6, lid 1 RWN) was onjuist geformuleerd. Er stond dat de vrijstelling geldt voor de Ranov-er, waarvoor na 1 juni 2021 positief is beslist. Bij het afleggen van de optieverklaring weet je nog niet of er positief beslist zal worden. De voorwaarde is nu gewijzigd in dat er na 1 juni 2021 is beslist. Bij naturalisatie is deze onjuiste formulering nog niet aangepast. Maar de vrijstelling van de afstandseis geldt wel.

2021/8

Dit verzamel WBN treedt op 1 januari 2022 in werking. Het bevat de volgende wijzigingen:

  • Het begrip familierechtelijke betrekkingen voor de RWN is nader uitgelegd. Het ziet alleen op de afstammingsrelatie met een ouder en niet op het naamrecht of erfrecht. Als door een adoptie de afstamming naar de biologische ouders verbroken wordt, maar bijvoorbeeld de erfrechtelijke band met de biologische ouders blijft bestaan, dan is er toch sprake van een sterke adoptie.
  • De vrijstelling voor vreemdelingen uit Syrië voor het overleggen van paspoort en geboorteakte is (eindelijk officieel) verlengd tot 1 augustus 2023.
  • Kinderen, die mee-opteren of mee-naturaliseren hoeven geen afstand te doen. Oostenrijkse kinderen moeten dat wel op grond van het Verdrag van Straatsburg. De Modellen 1.14-1b en 2.5 zijn daarop aangepast. De ouder moet ook verklaren dat voor kinderen niet om behoud van de Oostenrijkse nationaliteit  is of zal worden verzocht.
  • De modellen 1.14, 1.14-1b, 2.4 en 2.5 zijn aangepast.
  • De tekst van de Handleiding Buitenland en documenten voor het buitenland zijn niet gearceerd.

2021/7

In dit WBN worden de nieuwe legestarieven en nieuwe afdrachtcodes per 1 januari 2022 bekend gemaakt. De leges worden dit jaar alleen geïndexeerd. De modellen zijn ook aangepast. Let op! Modellen 1.25a en 2.8a zijn voor het buitenland, deze zijn niet gearceerd.
 

2021/6

Dit WBN treedt op 1 november 2021 in werking. Het WBN breidt o.a. de vrijstellingen van WBN 2021/3 uit tot Ranov-ers, die al meerderjarige waren op het moment dat ze een Ranov-verblijfsvergunning kregen. Het WBN bevat de volgende wijzigingen van de Handleiding RWN:

  • Vanaf 1 november 2021 is de Ranov-vergunninghouder (die in 2007 of 2008 een vergunning heeft gekregen en sindsdien altijd hoofdverblijf in Nederland heeft gehad) vrijgesteld van:
  • het overleggen van een geldig buitenlands paspoort (of ander bewijs van nationaliteit) en
  • het overleggen van een buitenlandse geboorteakte en
  • van de afstandsplicht van de oorspronkelijke nationaliteit (bij naturalisatie of optie op grond van artikel 6, lid 1, onder e RWN).
  • In de handleiding is toegevoegd dat als er (ondanks de vrijstelling) gerede twijfel is aan identiteit of nationaliteit, een aanvraag afgewezen kan worden. Deze twijfel kan blijken uit het vreemdelingendossier, een taalanalyse, documentonderzoek of een combinatie van deze onderzoeken. Gemeenten hebben geen inzicht in het dossier of deze onderzoeken. De IND kan gebeld worden.
    De gemeente Breda heeft een checklist ontwikkeld, die een Ranov-er kan invullen. Als één vraag met ‘ja’ wordt beantwoord, dan is nader onderzoek nodig of is het zinvol om de IND te bellen. De checklist staat hier
  • Model 2.22 (Adviesblad) is gewijzigd.

 

2021/5

Dit verzamel WBN treedt op 1 oktober 2021 in werking. Het bevat onder andere de volgende wijzigingen:

  • Bij de toelichting op artikel 4, lid 2 RWN is de uitspraak van de Raad van State opgenomen dat kind dat uit een bigaam huwelijk is geboren en alsnog erkend is door een bigaam gehuwde man, niet nietig is. Het kind is daardoor Nederlander geworden. Op grond van artikel 1:204 BW is strijd met de openbare orde geen nietigheidsgrond.
    Dit betekent niet dat een ABS verplicht is een bigaam gehuwde man tot erkenning van zijn kind, dat uit een bigaam huwelijk is geboren, toe te laten. Hij kan dit weigeren op grond van de openbare orde (artikel 1:18 en 18c BW).
  • In de toelichting op artikel 8, lid 1, onder b RWN zijn aan de vergunningen die rechtmatig verblijf aantonen, ook de twee vergunning voor Britten op grond van het terugtrekkingsakkoord toegevoegd. En er wordt in paragraaf 3.4.4 uitleg gegeven over deze vergunningen.
  • Aan de toelichting op artikel 8, lid 1, onder b RWN is een paragraaf 3.4 (met subparagrafen) toegevoegd over het EU-verblijfsrecht en de verschillende verblijfsrechten van familielid-derdelanders (zonder EU/EER/Zwitserland nationaliteit). Deze verblijfsrechten zijn uitgelegd en verduidelijkt. Familieleden-derdelanders moeten hun verblijfsrecht aantonen met een verblijfsdocument. Ook is aangegeven wanneer tegen het verblijf voor onbepaalde duur bedenkingen bestaan. Dit is onder andere het geval als de persoon zijn verblijfsrecht ontleend aan een minderjarig kind.
  • Bijlage 1 bij artikel 8, lid 1, onder b RWN zijn aangepast. In bijlage 7 zijn alle EU-verblijfsrechten en bewijsmiddelen verblijfsrecht opgenomen. Ook is aangegeven of er wel of geen bedenkingen tegen het verblijf voor onbepaalde duur bestaan. 
  • De evenredigheidstoets (Tjebbes arrest) is beschreven bij de toelichting op artikel 15, lid 1, onder a RWN. In de toelichting op artikel 14, lid 6, 15, lid 1, onder c, 16, lid 1, onder a, c, d en e RWN wordt naar die paragraaf verwezen.
  • Model 1.29 is gewijzigd. De politiesystemen van de politie heten anders en het afhandelen van de aanvragen over de openbare orde is gecentraliseerd. De aanvraag moet daarom aan de korpschef van de Landelijke Politie worden gericht. Ook is er een e-mailadres voor deze aanvragen.

 

2021/4

Dit WBN bevat de nieuwe landenlijst. Deze nieuwe landenlijst treedt op 30 augustus 2021 in werking. De informatie van 9 landen is gewijzigd:

  • Bahama's: Vanaf 18 jaar kan afstand worden gedaan en vanaf 18 jaar moet de afstandsverklaring worden ondertekend. Dit was vanaf 21 jaar.
  • Ecuador: Tot Ecuadoriaan genaturaliseerden kunnen afstand doen van de Ecuadoriaanse nationaliteit. Andere Ecuadorianen kunnen geen afstand doen. Daarom moeten alle burgers van Ecuador een afstandsverklaring ondertekenen. De IND zoekt dan uit hoe de burger de nationaliteit heeft verkregen en of hij afstand moet doen.
  • Georgië: Burgers kunnen om behoud van de Georgische nationaliteit vragen. Daarom moeten zij voortaan model 1.14-1b/ 2.5 ondertekenen.
  • Libië: Burgers kunnen om behoud van de Libische nationaliteit vragen. Daarom moeten zij voortaanmodel 1.14-1b/ 2.5 ondertekenen.
  • Mexico: Mexicaan door geboorte kunnen afstand doen van de Mexicaanse nationaliteit. Tot Mexicaan genaturaliseerden verliezen de nationaliteit automatisch als ze een andere nationaliteit verkrijgen. Daarom moeten alle Mexicanen een afstandsverklaring tekenen. De IND zoekt dan uit hoe de burger de nationaliteit heeft verkregen en of hij afstand kan doen.
  • Oeganda: Burgers kunnen om behoud van de Oegandese nationaliteit vragen. Daarom moeten zij voortaan model 1.14-1b/ 2.5 ondertekenen.
  • Sri Lanka: Burgers kunnen om behoud van de Sri Lankaanse nationaliteit vragen. Daarom moeten zij voortaan model 1.14-1b/ 2.5 ondertekenen.
  • Tjadzjikistan: Burgers moeten na het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit een certificaat van verlies aanvragen bij de Ambassade. Het wel of niet aanvragen heeft geen gevolgen voor het automatische verlies. Gemeenten kunnen dit alleen aan burgers meedelen maar hoeven verder niets te doen.
  • IJsland: Burgers hoeven vooraf geen toestemming te vragen om afstand te kunnen doen van de IJslandse nationaliteit. Het overleggen van deze verklaring is geen voorwaarde meer om een aanvraag Nederlanderschap in te dienen.

Verder zijn een aantal modellen gewijzigd. Voor gemeenten in Nederland zijn alleen de gewijzigde modellen 1.14-1b, 2.5 en 2.22 van belang. Alleen die modellen zijn gearceerd. De andere modellen zijn voor de andere landen van Koninkrijk of het buitenland.

 

2021/3

Dit WBN treedt op 1 juni 2021 in werking. Het betreft het WBN over de Ranov-ers.

Vanaf 1 juni 2021 wordt de Ranov-vergunninghouder, die als minderjarige samen met de ouder(s) of zelfstandig een Ranov-vergunning heeft gekregen, en inmiddels meerderjarig is, voor optie en naturalisatie vrijgesteld van:

  • het overleggen van een geldig buitenlands paspoort en
  • het overleggen van een buitenlandse geboorteakte en
  • van de afstandsplicht van de oorspronkelijke nationaliteit (bij naturalisatie of optie op grond van artikel 6, lid 1, onder e RWN).

Een bijkomende voorwaarde is dat deze persoon sinds zijn vergunningverlening altijd hoofdverblijf in Nederland moet hebben gehad.
Let op! Deze vrijstellingen gelden niet voor Ranov-ers, die als minderjarige zijn ingereisd, maar op 15 juni 2007 (of datum vergunningverlening) al meerderjarig waren en ook niet voor kinderen, die na deze datum zijn geboren en een gewone vergunning hebben gekregen. 

Let op! In 2007 waren mensen jonger dan 18 jaar die gehuwd waren (geweest) ook meerderjarig.

Voor de Ranov-ers, die als meerderjarigen naar Nederland zijn gekomen wordt eerst nog nader onderzoek gedaan en verandert er nog niets.

IND Ranov hotline voor gemeentemedewerkers: 06 - 11 74 14 79 
E-mail: Team.bewijsnood.naturalisatie@ind.nl

 

2021/2

Dit WBN treedt op 1 juli 2021 in werking. Het bevat de volgende wijzigingen:

  • Bepaalde besluiten in het kader van een naturalisatieverzoek worden per gewone post verzonden en niet aangetekend.
  • Bij intrekking van het Nederlanderschap op grond van artikel 14, lid 1 RWN staat sinds 1 juli 2019 dat kinderen, die na het Nederlander zijn geworden van de ouder, zijn geboren nooit Nederlander zijn geweest. Nu is toegevoegd dat dit ook geldt voor kinderen, die nadat de ouder Nederlander is geworden, zijn erkend of gewettigd of van wie het ouderschap is vastgesteld, ook nooit Nederlander zijn geworden. Let op! De toelichting onder B is niet volledig. Lees de tekstballon voor de volledige toelichting
  • Bij de toelichting op artikel 14, lid 6 RWN is een voorbeeld 4 toegevoegd om de wettekst te verduidelijken. Let op! De motivering is niet volledig. Lees de tekstballon bij voorbeeld 4 voor de volledige motivering.
  • Model 1.14-1a is opnieuw toegevoegd. Het model was ten onrechte verwijderd.
  • De modellen 1.30 en 2.3 zijn gewijzigd.

2021/1

Toelichting Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Wijziging landenlijst per 8 maart 2021:

  • Griekenland: Er kan meestal afstand worden gedaan, in één geval niet. Griekenland was een C-land.
  • Japan: Er is automatisch verlies bij het verkrijgen van een andere nationaliteit. Japan was een B-land.

2020

WBN 2020/1

WBN 2020/2

WBN 2020/3


WBN 2020/4

 

WBN 2020/5

 

WBN 2020/6