Aanbeveling NVVB met betrekking tot zogenoemd ‘Parkeeradres’
Stel: In de GBA is een persoon ingeschreven, maar het adres waar hij volgens de GBA woont is niet juist. Uit onderzoek van de gemeente blijkt dat hij er zeker niet woont. Waar hij wel woont, is nog onduidelijk, dus het onderzoek daarnaar gaat nog wel even door.
De werkelijke bewoners van het ‘foute’ adres hebben zeer veel last van de spookinschrijving en klagen bij de gemeente. Zij eisen dat de persoon in kwestie direct van hun adres ‘afgehaald’ wordt. Begrijpelijk, want de onterechte inschrijving mag natuurlijk niet leiden tot schade of last bij deze burgers.
Wat te doen?
De NVVB heeft bij het ministerie van BZK aangedrongen op een regeling hiervoor. Even leek er een LO-wijziging aan te komen, maar omdat het probleem met de modernisering van de GBA (BRP) wordt verholpen -straks daarover meer– ziet men af van een LO-wijziging. Geen LO-wijziging betekent immers ook geen kosten. Totdat de GBA is gemoderniseerd is er dus kennelijk geen goede oplossing mogelijk. Echter, het LO GBA geeft wel degelijk de mogelijkheid om een onbekend adres op te nemen. In de casus is nog niet gebleken dat de persoon niet meer in de gemeente woont. Dus de straatnaam van zijn adres is onbekend. Het LO schrijft voor dat er dan een standaardwaarde moet worden opgenomen, te weten: een punt.
De HUP geeft aan dat zo’n puntadres alleen gebruikt mag worden bij zogenaamde ‘stadsnomaden’. Dat beperkt zich tot een handjevol personen zonder vaste woon- of verblijfplaats, die kennelijk wel in de gemeente verblijven en niet de mogelijkheid hebben om een inschrijving aan een briefadres te regelen. Het zijn dus niet de thuislozen die van de gemeente een uitkering ontvangen en dus daarmee ook een briefadres kunnen hebben.
De NVVB ziet geen bezwaren in het gebruik van een puntadres als parkeeradres voor personen die vastgesteld niet meer op het adres wonen dat ze volgens de GBA zouden moeten hebben en waarvan ook nog geen ander adres bekend is. Gemeenten kunnen het puntadres dus gewoon gebruiken als ‘parkeeradres’. Daarmee wordt het ‘foute’ adres ontlast en hebben de echte bewoners ook geen last meer van de onterechte registratie.
Kan je iemand zomaar op een puntadres inschrijven?
Inschrijven op een puntadres is altijd een ambtshalve procedure. Als een burger aangifte doet van het feit dat hij op een onbekend adres woont, dan adviseert de NVVB die aangifte niet te honoreren. Immers, hij moet volgens wet aangifte doen van zijn woonadres, dan wel -onder bepaalde voorwaarden- zijn briefadres.
Wanneer de gemeente besluit een persoon over te schrijven naar een puntadres, gaat daar de normale procedure aan vooraf. Een schriftelijk voornemen en een schriftelijke beschikking. Het ‘foute’ adres wordt historisch en het puntadres blijft natuurlijk in onderzoek staan. Het onderzoek kan pas worden afgesloten wanneer de persoon alsnog aangifte doet van zijn nieuwe adres, wanneer de gemeente besluit hem ambtshalve over te schrijven naar een ander bestaand adres, wanneer een andere gemeente de persoon inschrijft op een adres aldaar of wanneer de gemeente besluit dat de persoon echt spoorloos is en het vertrek naar een onbekend land ambtshalve kan worden geregistreerd.
De oplossing in de moderne GBA (BRP) wordt gezocht in het toevoegen van een extra aantekening bij het adres dat in onderzoek staat. Die aantekening moet voor gebruikers betekenen dat de persoon weliswaar ingeschreven is aan het adres, maar dat uit onderzoek is gebleken dat hij er niet woont. De NVVB heeft weinig fiducie in deze aantekening. Immers, het adres blijft actueel en ondanks het openstaande onderzoek en de geplaatste aantekening, vreest de NVVB dat gebruikers toch het adres zullen gebruiken voor hun processen, omdat het nu eenmaal het actuele adres is. Zolang het adres niet naar de historie wordt geplaatst, zal het probleem van dit gebruik blijven bestaan.
De NVVB zal blijven aandringen op een adequate oplossing en heeft hierover ook overleg met diverse afnemers.