Artikel 2.17-mededeling en staatloosheid
Met ingang van 1 september 2015 is de IND terughoudend geweest met het verstrekken van een artikel 2.17-mededeling met daarin de vermelding van staatloos. De reden hiervan is dat staatloosheid niet een zelfstandige toets binnen de asielprocedure is. Daarnaast is gebleken dat de door de IND geregistreerde staatloosheid niet in alle gevallen de gewenste mate van betrouwbaarheid had.
Omdat de vreemdeling aan de registratie van staatloos in de BRP belangrijke rechten kan ontlenen, moet staatloosheid vaststaan. De IND wil daarom, net als gemeenten, de nationaliteit staatloos alleen in de evidente gevallen registreren en, indien nodig, via de artikel 2.17-mededeling meedelen aan gemeenten. Als er twijfel bestaat over de staatloosheid zal de IND de staatloosheid dus niet meer registreren en vermelden in de artikel 2.17-mededeling. De vreemdelingen zullen in dergelijke gevallen in de toekomst gebruik kunnen maken van een procedure tot vaststelling van staatloosheid bij de rechter. Een wetsvoorstel om die procedure tot stand te brengen is in de maak. De IND heeft daarom vanaf 1 september 2015, bij door de IND als staatloos geregistreerde vreemdelingen voor wie een artikel 2.17-mededeling werd gevraagd, handmatig beoordeeld of die geregistreerde staatloosheid voldoende betrouwbaar was. Indien dat niet het geval was, is door de IND een artikel 2.17-mededeling “nationaliteit onbekend” naar de gemeente gestuurd. Daarnaast heeft de IND, in gevallen waarin de vreemdeling naar het oordeel van de IND voldoende gedocumenteerd was, aan gemeenten gevraagd om die staatloosheid zelf vast te stellen op grond van artikel 2.15 Wet BRP.
Deze werkwijze heeft de nodige vragen opgeleverd bij gemeenten. Het spijt de IND dat deze verwarring is ontstaan. De IND biedt gemeenten aan om bij twijfel over de vaststelling van staatloosheid op basis van artikel 2.15 Wet BRP, de hulp van de IND in te roepen. De IND zal dan op verzoek van de gemeente een artikel 2.17-mededeling afgeven. De burger heeft er echter wel belang bij dat de gemeente die nationaliteit zelf vaststelt, want de registratie ‘staatloos’ in de BRP op basis van een artikel 2.17-mededeling geeft de vermoedelijke nationaliteit aan.
Om staatloosheid beter vast te stellen van vooral Palestijnen uit Syrië en de omliggende landen, door de IND en in de keten als geheel, wordt een werkinstructie opgesteld waarbij ook de NVVB en de gemeente Amsterdam nauw zijn betrokken. Het is nadrukkelijk de wens om deze werkinstructie zo breed mogelijk te gebruiken. Het gebruik ervan zal volgens ons mede ertoe leiden dat er, binnen de keten en daarbuiten, uniform en juridisch juist zal worden omgegaan met de vaststelling en registratie van staatloos. De werkinstructie geeft hier duidelijke handvatten voor. Zodra deze werkinstructie is goedgekeurd, zal de IND dit via de nieuwsbrief van de NVVB communiceren. Wij hopen dan belangrijke stappen te kunnen zetten bij de beoordeling van deze complexe materie.
Bron: IND