Bestuurlijke boete uitgebreid in wetsvoorstel BRP
De bestuurlijke boete is als handhavingsinstrument geïntroduceerd in het wetsvoorstel BRP. De gemeente kan straks een bestuurlijke boete opleggen wanneer een burger zich niet aan bepaalde in de wet BRP opgenomen verplichtingen houdt. Volgens het wetsvoorstel beperkte de reikwijdte van de inzet van dit instrument zich echter tot het opleggen van een bestuurlijke boete bij het niet voldoen aan een verzoek van de gemeente om in persoon te verschijnen, inlichtingen te verstrekken dan wel geschriften te overleggen.
Burgers die wel aangifte doen van verhuizing maar een valse aangifte doen, zouden niet met dit middel kunnen worden bestraft. Burgers die geen aangifte doen en waarvan de gemeente niet weet dat ze verhuisd zijn, zouden hiervoor nadat dit aan het licht gekomen is, ook niet bestraft kunnen worden met een bestuurlijke boete. Voor het niet nakomen van verplichtingen die niet onder de bestuurlijke boete vielen, kon slechts via het strafrecht eventueel een sanctie worden opgelegd. Gebleken is in de afgelopen jaren dat deze sanctiemogelijkheid niet wordt toegepast. Aangifte van een dergelijk feit heeft nog nooit tot een strafrechtelijke vervolging geleid. Tenslotte zijn er burgers die gelegenheid geven tot het plegen van adresfraude. Deze burgers verklaren dat iemand op hun adres woont, terwijl dat niet de feitelijke situatie is. Deze gelegenheidsgevers konden ook niet bestraft worden met een bestuurlijke boete volgens het oorspronkelijke wetsvoorstel.
VNG en NVVB hebben in juni 2012 de leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van de Tweede Kamer gewezen op deze tekortkomingen in het wetsvoorstel. De input van de VNG en NVVB heeft geleid tot vragen van Kamerleden aan de minister op dit punt.
Eind oktober 2012 heeft de minister van BZK de vragen beantwoord en een Nota van wijziging aan de Tweede Kamer gestuurd. Daarin is opgenomen dat alle verplichtingen van de burgers in het kader van de wet BRP bij niet nakomen bestraft kunnen worden met een bestuurlijke boete. Ook is een bepaling opgenomen die de mogelijkheid geeft om de gelegenheidsgever tot adresfraude te straffen met een bestuurlijke boete.
De brief van VNG en NVVB aan de Tweede Kamerleden is dus op dit punt zeer succesvol gebleken!
Momenteel werkt een NVVB-werkgroep aan een advies aan de leden over de toepassing van de bestuurlijke boete.