Buitenlandse gezagsbeslissingen
Vanaf heden zullen buitenlandse gezagsbeslissingen niet meer worden geregistreerd in het gezagsregister. Dit is onlangs besloten tijdens de vergadering van het Landelijk Overleg van Voorzitters Familie- en Jeugdrecht.
In artikel 1:244 BW is opgenomen dat de openbare gezagsregisters bij de rechtbanken berusten en dat bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke rechtsfeiten worden aangetekend, alsmede op welke wijze deze aantekening dient plaats te vinden. Het Besluit Gezagsregisters geeft uitvoering aan artikel 1:244 BW (zie artikel 2 van dit Besluit) en bepaalt limitatief wat in het gezagsregister moet worden aangetekend. De rechtbanken moeten dit Besluit volgen, tenzij dat in strijd is met een formele wet of een verdrag. Maar uit nader onderzoek blijkt dat verplichting tot aantekening ontbreekt in zowel in het BW als in andere relevante verdragen dan wel uitvoeringswetten. Daarbij is geconstateerd dat de aantekening in het gezagsregister geen rol speelt bij de erkenning of tenuitvoerlegging van buitenlandse maatregelen of gezagsverhoudingen.
Er moet echter wel worden opgemerkt dat, wanneer een buitenlandse beslissing niet wordt aangetekend in het gezagsregister, dit niet betekent dat die beslissing niet wordt erkend, dan wel niet ten uitvoer kan worden gelegd.
Om bovenstaande redenen is vastgesteld dat het Besluit strikt moet worden gevolgd. Dit betekent dat buitenlandse beslissingen, vanwege de limitatieve opsomming in het Besluit, niet thuishoren in het gezagsregister.