Gemeenten ontvangen terugmeldingen van IND bij vermoedens van schijnerkenning

Gemeenten ontvangen terugmeldingen van IND bij vermoedens van schijnerkenning

Sinds kort ontvangen gemeenten terugmeldingen van de IND wanneer er sterke vermoedens zijn dat een kind door schijnerkenning onterecht als Nederlander is geregistreerd. Dit speelt bijvoorbeeld bij verblijfsaanvragen van derdelands ouders die zich beroepen op het ouderschap van een Nederlands kind.

De ouder krijgt in dat geval eerst de gelegenheid om vragen te beantwoorden over de erkenning. Als de antwoorden de vermoedens niet wegnemen, stuurt de IND een terugmelding naar de bijhoudingsgemeente. In deze terugmelding wordt verzocht om:

  • het Nederlanderschap van het kind in de BRP door te halen;
  • de nationaliteit aan te passen naar die van de ouder;
  • en het Nederlandse paspoort in te nemen.

Omdat de nationaliteit het gevolg is van de erkenning, wordt dus ook verzocht om de familierechtelijke betrekking met de erkenner ongedaan te maken. Het verzoek van de IND is hierom niet compleet. Ook de naam van het kind kan hierdoor wijzigen, ondanks dat dit niet door de IND wordt verzocht.

Elke terugmelding vanuit de IND bevat een juridische onderbouwing en relevante bijlagen. Gemeenten worden gevraagd om deze signalen zorgvuldig te beoordelen. En belangrijk hierbij is dat vooralsnog niet is gebleken dat de IND formeel vast heeft gesteld dat sprake is van schijnerkenning, het gaat om een vermoeden. De gemeente moet dus zelf toetsen of er voldoende grond is om de registratie aan te passen.

In de praktijk blijkt het lastig om schijnerkenningen aan te tonen. Zonder overtuigend bewijs kan de gemeente de registratie niet aanpassen. Alleen als vaststaat dat het Nederlanderschap nooit rechtsgeldig is ontstaan, kan de registratie worden doorgehaald. Voorwaarde om te kunnen voldoen aan dit verzoek is daarom dat in de beslissing van de IND is vastgesteld dat het gaat om een schijnerkenning. Met deze vaststelling en voldoende onderliggend bewijs zou een rectificatie mogelijk stand kunnen houden bij de bezwaarschriftencommissie en in de rechtbank.

Omdat de IND het verzoek doet in de vorm van een terugmelding, moeten gemeenten binnen vijf werkdagen na ontvangst reageren. Wij adviseren om in de reactie te laten weten dat het verzoek wordt aangehouden tot er meer duidelijkheid is. Omdat het lastig is om schijnerkenningen aan te tonen is de NVVB in gesprek met o.a. de IND over de uitvoering, juridische onderbouwing en de bewijslast.

Voor inhoudelijke vragen over dossiers kunnen gemeenten terecht bij de IND.

De verzoeken van de IND kunnen alleen betrekking hebben op erkenningen die buiten Nederland zijn gedaan. Als de erkenning in Nederland heeft plaatsgevonden, is de gemeente niet bevoegd om deze ongedaan te maken.

Nieuwsoverzicht