Overleg NVVB met V&J over de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand
Het dagelijks bestuur van de NVVB heeft over de invoering van de Wet eBS overleg gevoerd met het ministerie van V&J. Gesproken is onder meer over de kritische reactie van de NVVB en VNG bij de consultatie voor de technische AMvB. De invoering van de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand zal gefaseerd plaatsvinden. De verwachting is dat per 1 juli 2015 alle zaken, die niet te maken hebben met elektronische dienstverlening, in werking zullen treden. Of het op die datum ook mogelijk wordt om de aangifte van overlijden op elektronische wijze te laten plaatsvinden, zoals steeds de bedoeling is geweest, hangt mede af van de evaluatie van de pilot hierover in Den Bosch. De pilot wordt door een onafhankelijk bureau geëvalueerd.
De Wet eBS bevat ook wijzigingen die niet de elektronische dienstverlening raken maar wel door gemeenten te implementeren wijzigingen teweeg brengen. Hierbij valt te denken aan de uitbreiding van de zelfstandige verbeterbevoegdheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand, waardoor hij ook kennelijke misslagen in de akte kan verbeteren zonder de nu nog benodigde toestemming van de officier van justitie. Verder kunnen genoemd worden de afschaffing van de noodzaak om documenten te overleggen voor een huwelijk of geregistreerd partnerschap als die documenten al verwerkt zijn in de basisregistratie personen, maar ook de afschaffing van de huidige aangifte van een voorgenomen huwelijk of geregistreerd partnerschap bij (één van) de woongemeente(n). Kenbaar maken van het voornemen bij de gemeente waar de voltrekking of partnerregistratie plaats gaat vinden is dan voldoende. De huidige M46-procedure vervalt en maakt plaats voor een eigen verklaring van partijen. Deze verklaring worden door de ambtenaar van de burgerlijke stand dubbel gecheckt: bij de melding van een voorgenomen huwelijk of geregistreerd partnerschap en voorafgaand aan de huwelijksvoltrekking of de partnerregistratie. Deze zaken treden naar verwachting in werking per 1 juli 2015 en hiervoor wordt een apart inwerkingtredings-KB gepubliceerd.
Voor de invoering van de elektronische aangifte van overlijden zal nog een algemene maatregel van bestuur met technische randvoorwaarden worden vastgesteld. Aangekondigd is in ieder geval dat het authenticatieniveau eHerkenning 2 plus zal zijn. Bij deze manier van aangifte doen, blijft een fysiek bezoek door de uitvaartonderneming aan de ambtenaar van de burgerlijke stand achterwege. Deze identificeert zich via e-Herkenning. De akte van overlijden wordt uiteindelijk nog wel op papier gezet, maar niet meer voorzien van een “natte” handtekening van de aangever.
Voor het wetsonderdeel dat de elektronische aangifte van overlijden mogelijk maakt, zal ook een apart inwerkingtredings-KB gemaakt worden.
Voor elektronisch kenbaar maken van het voornemen tot huwelijk of geregistreerd partnerschap, alsmede voor elektronische geboorteaangifte volgen daarna nog twee inwerkingtredings-KB’s. De digitale handtekening van de ambtenaar van de burgerlijke stand, alsmede de elektronische akte worden nog niet ingevoerd. Hierover wordt besloten op basis van een aangekondigde wetsevaluatie die drie jaar na de inwerkintreding van de Wet eBS zal plaatsvinden. Uiteraard wordt daarbij ook de NVVB betrokken. Het is overigens een recht van, maar geen plicht voor gemeenten om (gefaseerd) over te gaan tot invoering van elektronische dienstverlening bij de burgerlijke stand.