Levenloos geboren of toch niet?

Tot 1995 bestonden akten over levenloos geboren kinderen niet. Natuurlijk kwamen levenloze geboorten wel voor maar die werden door de burgerlijke stand hetzelfde behandeld als geboorten van kinderen die nog vóór de geboorteaangifte waren overleden. Voor deze kinderen én voor de levenloos geboren kinderen werd een akte opgemaakt van een kind dat bij aangifte reeds overleden was. Aan de akte was niet te zien of het kind levend dan wel levenloos was geboren. Van kinderen die later overleden, werd naast de al opgemaakte geboorteakte een overlijdensakte opgemaakt.

Sinds 1995 maken we voor levend geboren kinderen altijd een geboorteakte op, ongeacht of het voor of na de geboorteaangifte is overleden. Wanneer het kind is overleden voor de aangifte, dan wordt naast de geboorteakte ook een overlijdensakte opgemaakt.

Aan de hand van de geboorteakte wordt elk levend geboren kind ingeschreven in de BRP, compleet met BSN. De afnemers van gegevens uit de Basisregistratie Personen (dat zijn de organisaties die de gegevens nodig hebben om wettelijke taken uit te voeren) krijgen bericht.

Sommige ouders van kinderen die voor 1995 zijn geboren, wel levend maar voor de aangifte overleden, willen graag dat de akte die destijds is opgemaakt, wordt vervangen door een geboorteakte én een overlijdensakte. Alhoewel de akte destijds is opgemaakt volgens de toen geldende regels, is in het verleden al eens gebleken dat een rechtbank welwillend was in het goedkeuren van een dergelijk verzoek. (Zie ook het artikel in Burgerzaken & Recht 2017 #5

De ouders kunnen zelf een verzoekschrift bij de rechtbank indienen, maar ook de ambtenaar van de burgerlijke stand kan in overleg met het OM als belanghebbende het verzoek aan de rechtbank doen, hetgeen de ouders griffierechten en advocaatkosten bespaart.

Nieuwsoverzicht