Minister informeert Kamer over tussenevaluatie Wet BRP

In een brief informeert de minister van BZK de Tweede Kamer over de tussenevaluatie van de Wet BRP. Eén ding is in ieder geval duidelijk geworden: de wettelijk voorgeschreven procedure voor de aangifte van vertrek werkt niet zoals bedoeld was in de motie Oosenbrug bij de behandeling destijds van de Wet BRP in de Tweede Kamer. Die motie werd aangenomen en vervolgens ontstond er een flinke beperking bij het doen van aangifte van vertrek. Blijft er bij vertrek iemand achter op het adres in Nederland, dan moet de vertrekker zich in persoon melden bij de gemeente voor het doen van aangifte. Iemand machtigen kan niet.

Omdat het regelmatig voorkomt dat de vertrekker al geëmigreerd is, is persoonlijk langskomen dan een probleem en wordt het voor de gemeente een adresonderzoek met alle rompslomp van dien. Daarnaast doet het de adreskwaliteit in de BRP geen goed. De minister heeft aangegeven dat deze regels die al gelden sinds 6 januari 2014, zullen worden gewijzigd.

Nieuwsoverzicht