Voorstel voor wijziging Wet BRP
NVVB, VNG, Westland, Rotterdam en Den haag pleiten voor betere adresregistratie van in Nederland verblijvende personen
De registratie van het eerste verblijfsadres van personen die zich inschrijven in de RNI zal een wettelijk grondslag krijgen. Deze toezegging hebben de ministers van BZK en SZW gedaan. De gemeenten Westland, Rotterdam en Den Haag en de NVVB en de VNG willen echter meer. Daarom hebben zij gezamenlijk aan beide ministers een brief gestuurd met daarin hun wensen.
Uitgangspunt is daarbij dat alle in Nederland verblijvende personen ingeschreven worden als ingezetenen. Het huidige criterium is onder meer dat voldaan moet worden aan een verwacht verblijf in Nederland van twee derde van een half jaar. Indien iemand korter in Nederland verblijft, is slechts een inschrijving als niet-ingezetene mogelijk.
De toezegging van de ministers houdt in dat wettelijk wordt geregeld dat het eerste verblijfsadres wordt geregistreerd in de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Echter, dat adres wordt niet bijgehouden en de niet-ingezetene krijgt niet de verplichting om aangifte te doen van adreswijziging of vertrek naar het buitenland. Ingeschreven ingezetenen hebben die verplichting wel.
De RNI, als onderdeel van de BRP, zou alleen maar personen moeten bevatten die niet in Nederland verblijven. Personen die wel in Nederland verblijven (anders dan voor toerisme), zouden ongeacht hun verblijfsduur als ingezetenen in de BRP ingeschreven moeten zijn met hun actuele adres en met de verplichtingen die voor ingezetenen gelden. Het is van groot belang voor de overheid om te weten hoe het bijvoorbeeld zit met de bewoning op een adres voor allerlei handhavende taken. De begrippen ingezetene en niet-ingezetene moeten worden aangescherpt. Het hangt af van het feit of iemand al dan niet in Nederland verblijft.
Uiteraard zijn er gevolgen voor de huidige 19 RNI-loketgemeenten. Die verliezen hun inschrijvende taak. Personen die in Nederland zijn en ingeschreven willen of moeten worden, wenden zich dan tot de gemeenten waar zij ook daadwerkelijk verblijven. De opgave van het verblijfsadres wordt gedaan bij de woon- of verblijfsgemeente en de inschrijving betreft een ingezetene. De procedure is verder gelijk aan de inschrijving van iemand die nu vanwege zijn verwachte verblijfsduur ingeschreven moet worden. Voordeel van de voorgestelde wijzigingen is dat er voor de huidige ICT-voorzieningen en ook voor het programma Operatie BRP geen gevolgen zijn.
Wij verwijzen verder graag naar de brieven aan de ministers van BZK