Maak haast met kleiner stembiljet

Maak haast met kleiner stembiljet

Het piept en het kraakt bij de uitvoeringen van de verkiezingen. Een kleiner stembiljet en elektronisch tellen van de stemmen zouden de gemeente helpen. Maar het gaat nog jaren duren voor het zover is, vreest Henk van Dijkhuizen van de NVVB.

Op 22 november mogen we als gemeenten in Nederland wederom een Tweede Kamer­verkiezing organiseren. Daar mogen we best trots op zijn. Een groot evenement met inzet van duizenden locaties, medewerkers en vooral ook vrijwilligers. Binnen de gemeentelijke organisaties moet er wel het nodige wijken voor de organisatie, want één ding staat vast: op 21 november moet alles klaar zijn. Uitstel is gewoon onmogelijk. Het lukt gemeenten steeds weer een nagenoeg rimpelloze verkiezing te organiseren. Maar toch piept en kraakt het op een aantal punten.
In dit land neemt een groot aantal partijen deel aan de verkiezingen. Dat is een voorrecht. Iedere partij brengt een wisselend aantal kandidaten, in sommige gevallen oplopend tot wel tachtig. Het neveneffect is echter dat het stembiljet inmiddels de omvang kent van zo ongeveer een krant. Want al die partijen en kandidaten moeten natuurlijk een plaats krijgen op het formulier. Voor onze drukkers een stevige opgave om dat allemaal op tijd gedrukt en geleverd te krijgen. Het is soms spreekwoordelijk billenknijpen of het allemaal wel past. Tot nu toe lukt dat gelukkig nog steeds.

Stemgeheim
Voor de kiezers is dat grote stembiljet ook een grote ramp. Je gaat met een compact opgevouwen papier het stemhokje in en hebt een hele oefening te doen om het ding uit te vouwen, je keuze te maken, op zoek naar het juiste hokje, het rood te kleuren en het grote geval weer netjes op te vouwen omdat je natuurlijk gaat voor het stemgeheim. Daarna mag het in de stembus worden gedeponeerd. Voor mensen met een beperking is dit alles al helemaal een opgave.

Voor de vrijwilligers op het stembureau is het aan het einde van de verkiezingsdag ook een ‘feest’ om met dat grote stembiljet aan de slag te mogen. Na sluitingstijd, als de laatste kiezer heeft gestemd, mag het grote uitvouwen en sorteren beginnen. Op zoek naar dat ene rode stipje in die krant. Op een gemiddeld stembureau ben je daar met een ploeg mensen al snel anderhalf uur mee bezig. Dan moet de telling van het aantal uitgebrachte stemmen per partij en vaak ook per kandidaat nog beginnen. Dit is afhankelijk van de gemeentelijke keuze voor decentraal óf centraal tellen. De werkzaamheden van de vrijwilligers worden daarmee al snel nachtwerk, want er moet nu eenmaal een proces-verbaal opgeleverd worden.
Voor de gemeentelijke organisatie is dit ook een flinke opgave. Want vanaf het moment dat de eerste stem is uitgebracht totdat de laatste stem is geteld, moet er ondersteuning geboden worden en moeten de stembureauleden vragen kunnen stellen en hun spullen kunnen inleveren.

Elektronisch tellen
Kan dat, met alle technologie die we tot onze beschikking hebben, inmiddels niet anders? Onze politiek is huiverig voor het ontwikkelen van internetstemmen. Daar kan ik me van alles bij voorstellen, want hoe maak je dat optimaal veilig en betrouwbaar? Toch zijn er ook andere mogelijkheden denkbaar. Een compacter stembiljet en elektronisch tellen ervan. Voorstellen daartoe worden echter met veel wantrouwen bekeken. Er mag immers niets fout gaan. 

Een compacter stembiljet wordt binnenkort beproefd in vier kleine gemeenten. De invoering van dat compacte biljet is een randvoorwaarde om tot het elektronisch tellen ervan te kunnen komen. Dan pas kunnen we spreken over een echte verlichting van de werkzaamheden voor onze medewerkers en vrijwilligers. Zoals het er nu uitziet gaat het allemaal nog jaren duren voordat we ook elektronisch tellen ervan hebben ingevoerd.
Mag het alstublieft een beetje ambitieuzer en een beetje sneller?

Bron: VNG Magazine

Nieuwsoverzicht