Zienswijze andere ouder bij medeoptie of -naturalisatie

Via de IND vernamen we dat op diverse gemeentelijke websites ten onrechte is vermeld dat bij medeoptie of medenaturalisatie een instemming met de verkrijging door de minderjarige van het Nederlanderschap nodig is van de niet-indienende ouder. Het gaat niet om instemming maar om het geven van een zienswijze. Het verzoek is of u uw eigen website hierop wilt controleren en, waar nodig, wilt veranderen.

Veel gemeenten zijn op dit punt zo streng omdat ze anders later een probleem hebben bij de paspoortaanvraag. Veel gemeenten vragen daarom om instemming van de andere ouder met het oog op een paspoortaanvraag waarvoor wel altijd instemming van de andere ouder is vereist. Hoe zinvol dat ook kan zijn, het uitblijven van instemming van de andere ouder kan geen reden zijn om het kind niet te laten medeopteren of medenaturaliseren.

Toelichting
Een ouder die Nederlander wil worden door naturalisatie of optie kan bij het verzoek om naturalisatie of optieverklaring ook aangeven dat zijn/haar minderjarige kind moet delen in de naturalisatie of optie.

Uitgangspunt daarbij is dat in beginsel de niet-indienende ouder in zo’n geval wordt gevraagd wat zijn/haar zienswijze (mening) is over de verkrijging van het Nederlanderschap door de minderjarige. Het gaat nadrukkelijk nimmer om een instemming met de verkrijging.

Aan deze andere ouder (niet-Nederlander) wordt, als hij/zij in Nederland woont en het woonadres bekend is, gevraagd zijn/haar zienswijze te geven over het verzoek om medenaturalisatie (model 2.14) of medeoptie (model 1.23).

De andere ouder is niet verplicht een zienswijze (mening) te geven. Geeft de andere ouder aan geen zienswijze te willen geven, dan wordt hij/zij geacht geen mening te hebben over de medeverlening of medeverkrijging van het Nederlanderschap. Als de andere ouder wel een zienswijze geeft en aangeeft wat hij/zij vindt van de verkrijging van het Nederlanderschap door zijn/haar minderjarig kind (en soms ook de reden opgeeft waarom hij/zij deze mening heeft), dan bepaalt de burgemeester (bij optie) of de IND (bij naturalisatie) -na afweging van alle argumenten- of het kind deelt in de optie of naturalisatie van de ouder. Hierbij zal het belang van het kind in acht worden genomen. Het ontbreken van een zienswijze van de andere ouder is dan ook geen reden voor weigering om het verzoek om medenaturalisatie of medeoptie te laten indienen.

Als de andere ouder al Nederlander is of eveneens een optieverklaring heeft afgelegd of een verzoek om naturalisatie heeft ingediend óf geen bekend woonadres in Nederland heeft, kan het vragen van een zienswijze achterwege worden gelaten.

Meer informatie hierover vindt u in Naturalisatieberichten 2013, Nr. 4 en onder artikel 2, vierde lid RWN in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

Bron: IND

Nieuwsoverzicht